Een maaibeurt is goed en noodzakelijk, maar het is ook heftig voor grassprieten. Door gazonmeststoffen te gebruiken, ondersteun je het gras, zodat het toch weer mooi, dik en sterk wordt. Ook zal het gras hierdoor minder geplaagd worden door mos of droogte. Gazonmeststoffen zijn in verschillende samenstellingen verkrijgbaar, welke is geschikt voor jouw grasmat?

Met het oog op de bodem en het milieu, zijn organische meststoffen een goede keuze. De natuurlijke ingrediënten worden langzaam vrijgegeven, waardoor de voedingsstoffen geleidelijk hun werk doen, denk hierbij aan circa 100 dagen.
Veel meststoffen bestaan uit een samenvoeging van organische en minerale (chemische) componenten. De minerale componenten geven het gazon een boost. Kunstmest, (dus pure mineralen), zorgt dus voor een boost, maar de werking is kort. Daarbij doet kunstmest niets voor de bodem. Als je milieuvriendelijk wilt tuinieren, kies dan voor organische, bij voorkeur biologische meststoffen.

De NPK-waarde van gazonmest

Op de verpakking van gazonmest staat een NPK-formule waaraan je kunt aflezen of de samenstelling van de betreffende mest geschikt is voor jouw grasmat. De ideale bemesting voor een lentegazon heeft waarden rond de NPK 9-4-7. Het belangrijkste ingrediënt is stikstof (N). Een hoge stikstofwaarde betekent krachtige meststof en dus hard groeiend gras. Dit betekent ook: vaker maaien. Als je na het verticuteren of na de winter een enigszins schraal grasveldje hebt overgehouden, kan mest met een hoge stikstofwaarde, zoals kunstmest het gras een goede oppepper geven.
Hier lees je meer over een vliegende start voor je gazon. Let op, door teveel kunstmest kan gras verbranden, houd je dus altijd aan de voorgeschreven dosis.

In gazonmeststof zit behalve stikstof ook fosfor(P) en kalium (K).
Fosfor stimuleert de ontwikkeling van wortels. Kalium verhoogt de weerstand van het gras en wapent het tegen droogte en actief gebruik. Wanneer het kaliumgehalte in de mest hoog is werkt dit (indirect) ook tegen mos.

Extra ingrediënten

Als gazonmeststoffen volledig willen zijn, dan bevatten ze magnesium (Mg) en ijzer (Fe). Door magnesium krijgt het gazon een gezonde groene kleur. Door extra ijzer (Fe), zal het mooi donkergroen worden.
Andere extra toevoegingen zijn ook mogelijk, zoals bacteriën, humifirst, micro-organismen mycorrhizae en protozoa. Deze ingrediënten zorgen ervoor dat de graswortels beter de meststoffen kunnen opnemen. Oudere en actief gebruikte (speel)gazons of tuinen met arme zanderige bodem bloeien hiervan op.
Bemest je gras niet in één keer, maar verspreid het over twee sessies. Voor de eerste beurt is maart of april geschikt. Voor de tweede beurt is juni de beste maand, zodat het beter is bestand tegen hitte en droogte. Wat je nog meer kunt doen om je gras gereed te maken voor de zomer, lees je hier. Wil je het gazon sterk de winter in laten gaan, dan kan je het nog een derde keer bemesten in september. Intensief gebruikte gazons (speelgazons) of grasmatten op lichte zandgrond moeten vaker bemest worden dan siergras of gras op zware klei. Houd je aan de voorgeschreven dosis. Het gazon heeft niets aan een te hoge dosis. Het overschot wordt niet opgenomen, maar spoelt weg en vervuilt het grondwater.

Bemesten doe je zo:

• Reken eerst uit hoeveel meststoffen het gazon nodig heeft. 
• Bemest alleen bij de juiste temperatuur. Meestal is dat vanaf 10 °C, behalve als de verpakking een andere temperatuur aangeeft. 
• Gebruik voor het strooien van de mest een strooiwagen. Dit voorkomt vlekken en rommelige lijnen. 
• Houd regenbuien in de gaten; strooi net voor de bui. De meststoffen zullen sneller worden opgenomen. 
• Strooi de meststoffen recht op elkaar, in twee beurten. 
• Ga pas een week na de bemesting weer maaien.